Piet van Wijngaerdt
Petrus Theodorus (Piet) van Wijngaerdt werd in 1873 in Amsterdam geboren. Hij woonde en werkte in Amsterdam, Abcoude, Parijs, Kortehoef, Katwijk en Haarlem. Hij was leerling van de Rijksacademie in Amsterdam en hij kreeg raadgevingen van G.H. Breitner. Hij schilderde in impressionistische trant landschappen, portretten en later veel bloemen.
Werk van Piet van Wijngaerdt is o.a. opgenomen in de collecties van het Stedelijk Museum Amsterdam, het Dordrechts Museum en het Frans Hals Museum, Stedelijk museum Alkmaar, museum Kranenburgh e.a.
Piet van Wijngaerdt een selectieve kroniek:
Na zijn opleiding aan de Rijksakademie verblijft van Wijngaerdt enige tijd in Parijs en in Kortehoef alvorens hij zijn atelier aan de Overtoom 34 te Amsterdam zou betrekken. Zijn werk heeft in die jaren een luministisch karakter en wordt wel eens vergeleken met een vuurwerk van lichtspatten. Luministen worden over het algemeen als modernisten gezien. Arnoud Colnot zou later zeggen; “’t zal zo rond 1910 geweest zijn dat ik samen met Filarski aan de rand van Amsterdam zat te schilderen. Ineens stond een man achter ons, bekeek ons werk heel nauwkeurig en zei: “jongens, je moet er wat meer vuur in doen”. We keken verbaasd op en herkenden toen Piet van Wijngaerdt… Voor ons was hij vanaf die tijd een soort leermeester.
Van Wijngaerdt speelde in de periode 1913-1920 een belangrijke rol in de strijd tussen de gevestigde orde en de modernisten. Uiteindelijk liep dit uit op een breuk.
De komst van Le Fauconnier naar Amsterdam en de expositie van zijn werk bij de moderne kunstkring markeert het punt waar het theoretisch kubisme overgaat in een gematigd expressionisme. Le Fauconnier vestigt zich in een atelier aan de Overtoom 288, niet al te ver van dat van Piet van Wijngaerdt. Met de oprichting van de Hollandse Kunstenaarskring (HKK), wordt de doorbraak een feit. Mede leden zijn o.a.: Leo Gestel, van Blaaderen, Maks, Piet van der Hem, Hart Nibbering en H.J. Wolters. De HKK zal in de daarop volgende jaren het platform blijken te zijn voor kunstenaars rondom het dubbelcentrum Bergen-Amsterdam. Het werk van Piet van Wijngaerdt ondergaat in deze periode in sterke mate de invloed van Le Fauconnier: vereenvoudigde door lichteffecten geaccentueerde vormen, sterke licht-donkere contrasten expressieve kleursamenstellingen en een pastreuze, geborstelde verfbehandeling.
Aan de 2e HKK tentoonstelling nemen naast de oprichters ook Charley Toorop, Else Berg, Colnot, Mondriaan en Gustave De Smet deel. In 1916 wordt door Le Fauconnier de kunstenaarsvereniging het signaal opgericht dat een figuratief expressionisme voorstond gebasserd op zijn werk en zijn theoretische stellingen. De invloed is terug te vinden bij Gestel, Sluiters, De Smet, Charley Toorop, Dirk Filarski, Arnoud Colnot en Jaap Weyand. Van de hand van Piet van Wijngaerdt verschijnt het boek “Het signaal”, met als ondertitel “Piet van Wijngaerdt over de nieuwe stroming in de hedendaagse schilderkunst” In dit boek zet hij zijn visie op de moderne schilderkunst uiteen en poogt hij zich een plaats te verwerven in de voorste gelederen van het kunstleven. Hij betoogt, dat na een periode van verval, de kunst op het punt staat te herleven. Bezield door een nieuw ideaal , voelen kunstenaars juist nu een sterke drang zich te verenigen: “Deze gemeenschappelijke gevoelens, deze geestelijke samenhang is in het leven het zekere teken, het signaal, van een beslissend uur dat heeft geslagen. De nieuwe kunst onderscheidt zich in zijn visie door een grote mate van innerlijkheid, meer diepte, bereikt door een rijk spel van schaduwen en het gebruik van dissonanten, samengevatte plans en verstekte kleuren, lijnen en vlakken. Het doel is op deze wijze de zeggingskracht te verhogen, waarbij het onderwerp van ondergeschikt belang is.
Het Signaal-expressionisme, dat onder Le Fauconnier en van Wijngaerdt tot ontwikkeling komt legt de basis voor het figuratieve donkere expressionisme van de Bergense school.
Het meeste succes heeft Van Wijngaerdt in de 20er en 30er jaren. Hij exposeert o.a. zeer succesvol in het stedelijk Museum Amsterdam (verschillende malen, oa. in 1918, 1924, 1935), kunstzaal Mak aan het Rokin en in de Lakenhal te Leiden.
In 1954 vindt opnieuw in het Stedelijk Museum in Amsterdam ter gelegenheid van zijn 80e verjaardag een tentoonstelling plaats. Hij blijft tot kort voor zijn dood aktief en in zijn laatste werk lijkt zelfs weer sprake van een zekere mate van vernieuwing. Op 25 januari 1964 overlijdt Petrus Theodorus “Piet”van Wijngaerdt te Abcoude.