Harrie Kuijten
Henricus Johannes ‘Harrie’ Kuijten
Utrecht 1883-1952 Schoorl
‘ We kunnen stellen dat vanaf 1930 Kuijten definitief binnen de invloedssferen van de Bergense School raakte. Hierbij moet worden opgemerkt dat van een hechte ‘ schilderschool’ op dat moment nog nauwelijks sprake was. Een aantal schilders uit deze groep had zich eind jaren twintig bevrijd uit het sombere idioom van het Bergense expressionisme en was op zoek gegaan naar nieuwe kunstuitingen. Vanaf de jaren dertig werd de term Bergense School vooral gebruikt om een algemene tendens in de schilderkunst aan te geven. Het donkere palet, de brede penseelvoering en de voorkeur voor thema’s als landschappen en stillevens waren niet langer het alleenrecht van een groep schilders uit Bergen en omgeving, maar werden op brede schaal in ons land toegepast.
In de jaren 1930-1940 schilderde Harrie Kuijten zijn beroemde ‘ Strandjes ‘ in snelle, rake streken op doek gezet. Taferelen waar de Noord-Hollandse Noordzeekust met het badleven de inspiratiebron voor leverde. Bij velen die bekend zijn met het werk van de schilder, die jaren in Groet woonde, zijn het juist de strandtaferelen die indruk hebben achtergelaten.
In deze jaren was Kuijten duidelijk in een rustiger vaarwater terechtgekomen; van grote veranderingen was geen sprake meer. Het stilleven voert in deze jaren de boventoon: overwegend somber geschilderde werken waarin de voorwerpen zorgvuldig gerangschikt zijn. De vrolijkheid van het uitgaansleven, de decadentie van zijn naakten en het mondaine van zijn figuren heeft plaats gemaakt voor een bijna melancholieke belevingswereld.
De invloed van Le Fauconier en de bewondering voor Cézanne waren bepalend voor de richting die hij insloeg. De strakke opbouw, de vertekening van het perspectief en de donkere kleuren waren kenmerkend voor Kuijtens stijl in deze jaren.
De belangstelling voor Kuijtens werk was nog steeds groot; de vele exposities waren hiervan het levende bewijs. Hoewel de uitzonderingspositie, die hij in vroegere jaren had verkregen door zijn bijzondere thematiek (naakten en figuurstukken) verdwenen was, konden de critici veel waardering opbrengen voor de stillevens. In een kritiek die verscheen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant werden de recente stillevens omschreven als schilderijen waarbij “de kracht der constructie niets heeft verloren en toch geheel ondergeschikt blijft aan de uiterst gevoelige en ineengevoegde schildering zelve”
recensie NRC klik
wikipedia pagina klik