Regelmatig kom ik mensen uit de kunstwereld tegen die tegen interpretatie zijn. Dat zijn kunstenaars en museummensen die denken dat het interpreteren van kunst niet nodig of zelfs schadelijk is. Altijd gaat het om personen die het intuïtieve maakproces en de formele elementen van kunst het belangrijkst vinden. Het schoolvoorbeeld hiervoor is het essay van Susan Sontag, Against Interpretation, uit 1966. De Amerikaanse critica schreef dit in de nadagen van het Abstract Expressionisme dat zich op het gebaar van de kunstenaar en de zintuiglijke elementen van schilderijen concentreerde. Sontag valt uit tegen interpreten die aan het formele van kunstwerken voorbij zouden gaan, op zoek naar de inhoud die zij met behulp van freudiaanse en marxistische theorieën willen opdiepen. Zij denkt dat in dergelijke interpretaties het intellect wraak neemt op kunst die zo getemd en aan de alledaagse cultuur aangepast wordt....